Steeds meer leerkrachten besteden in hun klas aandacht aan bewegend leren. Zelf vind ik bewegend leren vooral fijn als afwisseling om de lesstof een keer anders aan te bieden of om ervoor te zorgen dat de leerlingen even actief bezig zijn en nieuwe energie opdoen. Je merkt toch dat dat nodig kan zijn. Soms juist aan het begin van de dag om goed wakker te worden en soms juist in de loop van de dag. Toen ik leerkracht was van groep 3 en 4 vond ik het vrij logisch om wat beweging toe te voegen aan mijn lessen. In groep 7 en 8 merk ik dat ik dat lastiger vind. Maar bewegend leren in groep 7 en 8 is echt wel mogelijk.
Bewegend leren in groep 7 en 8
Veel van de inspiratie voor mijn ideeën voor het bewegend leren in groep 7 en 8 heb ik via DoeVrijdag. De ideeën die zij delen zijn vooral geschikt voor groep 3 en 4, maar door hen te volgen op diverse Social Media bedacht ik goede alternatieven voor de hogere groepen. Drie van die alternatieven deel ik in deze blog met jullie. In toekomstige blogs zullen nog meer ideeën volgen.
Rennend dictee
Een leerling verspreid maximaal 10 woorden over het schoolplein. De afspraak is dat de blaadjes zo hangen dat je ze wel kunt zien vanaf een afstand, maar de woorden niet kunt lezen. De leerlingen nemen hun schrift mee naar buiten en leggen deze op een centrale plaats. Wel redelijk verspreid om botsingen te voorkomen. Zodra er is afgeteld, 3, 2, 1, mogen de leerlingen naar een woord rennen, onthouden de spelling van het woord en schrijven het daarna in hun schrift. Iedere keer mag er maar één woord worden opgeschreven. Zijn alle woorden genoteerd dan mogen ze met hun schrift nog een keer langs alle woorden lopen en eventuele fouten verbeteren.
Breuken, procenten en kommagetallen hinkelen
Breuken, procenten en kommagetallen komen wekelijks terug tijdens de rekenlessen in groep 7 en 8. Als start van een rekenles neem ik soms het stoepkrijt mee naar buiten en de leerlingen mogen dan een hinkelbaan met breuken maken. Aan het begin van groep 7 gaat het om het maken van de hinkelbaan met breuken en zien dat er verschillen ontstaan in lengte. Met 1/12, 2/12 etc. maak je een langere hinkelbaan dan met 1/5, 2/5 en zo verder.
Lees ook: Kikker- en vogelperspectief
Om het moeilijker te maken, laat ik de leerlingen een gelijknamige breuk noemen bij de plek waar ze op eindigen of moeten ze de breuk combineren met een percentage of kommagetal. Ook kun je de hinkelbaan maken met procenten of kommagetallen en er andere opdrachten bij bedenken. Eindeloos veel hinkelmogelijkheden!
Vergeten hoe hinkelen ook alweer precies gaat? Klik hier.
Overgooiend voorkennis ophalen
Deze activiteit is in te zetten voor rekenen, taal, Engels en waarschijnlijk nog meer vakken. Je hebt er één of meerdere zachte ballen voor nodig. Dit hangt af van de groepsgrootte. Ik vind het in mijn eigen groep prettig om de drie groepen te maken van 10 leerlingen. Dan komt iedereen voldoende aan bod. De leerlingen bedenken zelf een aantal vragen over een onderwerp dat past bij het doel van de les. Daarna geef je één de leerling de bal. Deze stelt de vraag en gooit daarna de bal naar een klasgenoot. Diegene moet het antwoord geven en stelt daarna zijn vraag aan de volgende klasgenoot.
Voorbeelden waarbij je deze activiteit kunt inzetten:
- Tafels
- Engels woorden rondom een thema
- Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Heb jij nog leuke ideeën? Laat ze weten in de reacties. Niets is leuker dan elkaar inspireren.
Stoepkrijt en zachte ballen zijn onmisbaar als je aan de slag wilt gaan met bewegend leren.
Dit bericht bevat affiliate links.