De luizenmoeders
Daar staan ze weer. Na iedere vakantie mogen ze aan het werk: de luizenmoeders. Zodra ik ze zie, begint het al te kriebelen. Achter mijn oren, bij mijn haargrens, ik probeer me in te houden niet te krabben, want dan denken de moeders vast dat ze bij mij iets zullen vinden. Ik zie ze lopen door de klas. Mijn leerlingen zitten op hun stoelen en lezen een boek terwijl hun haren gecontroleerd worden. Ze zijn met z’n drieën dit keer en controleren snel, maar goed. Vlechten en staarten worden weer netjes gemaakt na de controle. Steeds meer groepjes zijn gecontroleerd en ik weet dat dé vraag zo gaat komen.
‘Juf, zal ik jou even controleren?’. De eerste keer dat het me gevraagd werd, schrok ik. Waarom moest ik gecontroleerd worden? Ik zou toch zeker geen hoofdluis hebben? Hoofdluis is iets voor kinderen, dacht ik altijd. Ondertussen weet ik beter, maar gelukkig niet uit eigen ervaring. Eigenlijk is het wel fijn. Ik kan wel denken dat ik nooit hoofdluis zal krijgen, maar die beestjes houden er vast geen rekening mee dat ik juf ben en dat ze daarom bij mij uit de buurt moeten blijven.
Dus geduldig blijf ik staan en laat mijn haren even goed controleren. Ook dit keer ben ik weer luizenvrij verklaard en niet alleen ik, maar in mijn hele klas is geen luis gevonden. Hoera! Hopelijk blijven ze de rest van dit schooljaar ook lekker weg bij ons. We missen ze niet!
Beste luizenmoeders (en luizenvaders of andere luizenpluizers), wat doen jullie goed werk! Iedere keer dat ik jullie zie, geven jullie me de kriebels en krijg ik overal jeuk. Ondanks dat vind ik jullie echt geweldig, want jullie doen iets goeds voor de scholen en zonder jullie zouden de luizen een té leuk leven krijgen. Ga zo door!
Hier idem, alleen het woord ‘luis’ geeft me al vreselijke jeuk!
Gelukkig nog nooit gehad en iedere keer weer *fingers crossed* dat dat zo blijft. 😀