Heel eerlijk besteed ik misschien wel echt te weinig tijd aan de weekendkring. Ik vind dat namelijk best veel tijd kosten en dat voelt niet altijd even zinvol. Wel vind ik het belangrijk om regelmatig wat aandacht te besteden aan wat mijn leerlingen beleefd hebben in het weekend. Daarbij vind ik het ook erg belangrijk dat alle leerlingen actief zijn en iets over het weekend delen met hun klasgenoten. Om de weekendkring vlot, leuk en prettig te laten verlopen maak ik daarom graag gebruik van alternatieve ideeën.
Zoek de valse
Dit is sowieso een werkvorm die ik leuk vind om toe te passen. Voor de weekendkring schrijven de leerlingen op hun wisbordje, een los blaadje of in een schrift drie of vier activiteiten die ze echt gedaan hebben in het weekend. Daarnaast verzinnen ze nog iets dat zou kunnen, maar niet waar is. Vervolgens laat je ze in groepjes van vier aan elkaar hun lijstje vertellen en de andere drie leerlingen moeten raden wat vals is.
Binnen- en buitenkring
Verdeel de klas in twee gelijke groepen. Bij een oneven aantal is dit op te lossen door als leerkracht mee te doen. De leerlingen in de binnenkring staan met het gezicht naar buiten gekeerd en de leerlingen in de buitenkring met het gezicht naar binnen. Zo kijken ze elkaar. Ik vind het fijn om te werken met een timer. De binnenkring begint met vertellen en mag twee minuten lang iets delen over het weekend. Na twee minuten stoppen zij en praat de buitenkring. Daarna draait de buitenkring één of twee plekken door en vertellen ze weer om en om twee minuten. Doe dit drie of vier keer en de leerlingen hebben hun weekend aardig kunnen delen met hun klasgenoten.
Weekendbingo
Maak bingokaarten of laat de leerlingen deze zelf maken met weekendactiviteiten. Vijf of tien per bingokaart. Om de beurt mag een leerling heel kort iets vertellen over het weekend. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb een voetbalwedstrijd gespeeld.’ De leerlingen die dit op hun bingokaart hebben staan, mogen dit doorstrepen. Je kunt stoppen als iemand bingo heeft, maar je kunt natuurlijk ook alle leerlingen iets laten vertellen. Persoonlijk vind ik een prijsje niet nodig, een groot applaus van klasgenoten is vaak al leuk genoeg.
Zitten of staan
De leerkracht, of de leerlingen zeggen, noemen een stelling over het weekend. Als je dit gedaan hebt, ga je staan en anders blijf je zitten. Deze opdracht kan je bijvoorbeeld goed inzetten als energizer tijdens een leswisseling.
Lees ook: Zoek iemand die… zomervakantieversie
Zoek iemand die
Alle leerlingen krijgen een werkblad met daarop allerlei activiteiten die leerlingen vaak doen in het weekend. De leerlingen lopen met een werkblad en een pen door de klas en vragen gericht aan klasgenoten of zij iets van de lijst hebben gedaan in het weekend. De manier waarop de leerlingen dit bij mij in de klas doen bij deze werkvorm is als volgt:
- Loop rond en geef de klasgenoot die je tegenkomt een high five.
- Leerling 1 vraagt: ‘Heb jij in het weekend … gedaan?’
- Antwoord met ja of nee. Bij ja schrijf je de naam van je klasgenoot bij de activiteit.
- Leerling 2 vraagt: ‘Heb jij in het weekend … gedaan?’.
- Antwoord met ja of nee. Bij ja schrijf je de naam van je klasgenoot bij de activiteit.
- Neem afscheid met een high five en ga op zoek naar een andere klasgenoot om iets te vragen
Heb je nee als antwoord gekregen dan moet je eerst twee andere klasgenoten iets vragen, voordat je weer iets mag vragen aan de klasgenoot die nee antwoordde op jouw vraag.
Nog meer ideeën nodig? Bekijk dan eens de lijst met ideeën op de site van Kinderboekenjuf.nl.
Dit bericht bevat affiliate links.