Werken aan Woordenschat – Consolideren 3
Waar/Niet waar
De leerkracht heeft kaartjes met daarop woorden van de woordmuur. Er wordt een kaartje gekozen en de leerkracht zegt het woord dat op het kaartje staat. De leerlingen werken in duo’s en bedenken ieder een stelling bij het woord. Deze stelling is waar of niet waar (Duerings et al., 2011). Als voorbeeld kan hierbij gedacht worden aan het woord ‘podium’ bij het anker ‘op het podium’ van Veilig Leren Lezen. De leerlingen kunnen stellingen bedenken als: Een clown treedt op op een podium of op een podium schijnt vaak een spotlicht. Verder lezen