Werkvorm sneeuwballengevecht
Er zijn van die werkvormen in de klas die eigenlijk altijd een groot succes zijn. De werkvorm sneeuwballengevecht is voor mij zo’n werkvorm. Het is op meerdere manieren in te zetten en de leerlingen vinden het bijna altijd leuk om te doen. Vooral als de sneeuwballen gericht op iets gegooid mogen worden. De leerkracht als doelwit werkt héél goed, maar de papierbak om alles aan het eind snel op te ruimen is ook prima om op te mikken. Maar welke mogelijkheden zijn er nou precies met deze werkvorm? Ik deel er een aantal met je in deze blog.
Hoe werkt de werkvorm sneeuwballengevecht?
Om aan de slag te kunnen gaan, heeft iedere leerling eigenlijk maar twee dingen nodig. Namelijk papier en een potlood of pen. Ik gebruik vaak enkelzijdig kopieerwerk dat verkeerd is gegaan, omdat de lege kant nog prima te gebruiken is om een sneeuwballengevecht te houden.
Als leerkracht geef je een opdracht en de leerlingen schrijven het antwoord of de opdracht op het papier. Vervolgens maken ze een losse prop en gooien deze tegelijk op een doel. Ik tel vaak af en vervolgens mogen ze op mijn rug gooien. Dat vinden ze fantastisch!
Daarna raapt iedere leerling een prop op van de grond en wordt het tweede gedeelte van de opdracht uitgevoerd.
Aan het eind laat ik de proppen vaak richting de papierbak gooien. Er zijn altijd wel leerlingen die even snel de proppen opruimen die niet in de bak belanden.
Ideeën bij groepsvorming
- Laat de leerlingen drie kenmerken opschrijven over zichzelf. Na het gooien moet de leerlingen die de prop pakt op zoek gaan naar de klasgenoot van wie het lijstje met kenmerken is.
- Iedereen schrijft zijn of haar naam op het blad. De sneeuwballen worden gegooid en na het oprapen moet je een compliment opschrijven voor degene van wie het blad is. Na drie of vier keer worden de blaadjes teruggegeven aan de eigenaar en kan er genoten worden van de complimenten.
Ideeën bij (werkwoord)spelling
- De leerlingen schrijven een aantal woorden op die horen bij de geleerde categorie. Vervolgens maken ze een prop, rapen een andere prop op en kijken de woorden na of vullen de lijst aan met weer vijf woorden. Dit kan je dan meerdere rondes doen.
- De leerlingen maakt een zin, maar schrijft het werkwoord er alleen volledig bij. De klasgenoot moet de juiste vorm invullen. Bijvoorbeeld: Gisteren …. de juf mijn telefoon af. (pakken)
- Print een werkblad waar de leerlingen vervoegingen op in moeten vullen, bijvoorbeeld van 123lesidee. De eerste leerling vult een werkwoord compleet in en maakt een sneeuwbal. De volgende leerling controleert en vult het tweede schema in. Dit kun je in totaal dan wel tien keer doen.
Lees ook: Werkwoordenjacht
Ideeën bij rekenen
- Iedere leerling schrijft vijf digitale tijden op. De leerlingen rapen de proppen op, vormen een tweetal en lezen de tijden hardop voor aan een klasgenoot.
- De leerlingen schrijven vijf of tien keer- of deelsommen op. Na het oprapen van de proppen moeten de antwoorden opgeschreven worden. Vervolgens nog een keer gooien en dan worden de antwoorden nagekeken.
Misschien heb jij nog andere ideeën. Ik vind het leuk als je ze dan via een reactie onder dit bericht deelt.